Eerste lezing: kerkwijding zondag 27 juli 2014

De begrippen lichaam, aanraking en relatie staan in deze tekst metafoor voor onze gemeenschap die in deze kerk samen is en samen viert.


'Alles krijgen we en alles moeten we laten gaan. Er is al zo weinig dat van ons is: onze woorden en gebaren niet, onze ideeën niet, de dingen en de wezens van de schepping niet, onze adem en ons leven niet. Misschien is ook ons lichaam niet van ons, maar van dat wonderlijk gekleurde, glanzend grote lichaam dat ons liefheeft en beschermt, als een kind dat uit haar schoot komt. De soepelheid van pijn hebben en pijn kwijtraken. De aanvaarding die ligt in moeilijk gaan, maar toch gaan, omdat het gaan zoveel groter is dan het niet gaan, hoewel niet gaan alles zal samenvatten. De grote ruimtelijkheid van rust, als het lichaam rust is, opnieuw rust krijgt...

Allemaal samen delen we dit geheim van meegenomen te worden op de golven van het leven, kopje onder te gaan en weer boven te komen, aangeraakt te worden en eenzaam in te slapen. We delen het met ons lichaam, we delen het met elkaar.

Zoals mensen elkaar kunnen liefhebben, elkaars gedeukte vorm kunnen oppakken en voorzichtig elders neerzetten, waar het minder koud is, waar het grote water minder stroomt. Elkaar kunnen droog wrijven. Elkaar woorden kunnen geven die smelten in hun hoofd.

Laten we ons lichaam, laten we elkaar krijgen en loslaten met de onooglijke nederigheid, met de kortstondigheid, de onzichtbaarheid van een golf in zee, even sierlijk, even krachtig en luidruchtig, even doorzichtig als de zee zelf.'


Uit 'De aanraking', Guido Vanhercke