Wie kan voor ons de steen van het graf wegrollen? 15 april 2020
Zalig Pasen


Stenen kunnen ons het leven lastig maken. Zij liggen soms zwaar op de maag!
Je bent bang voor een slecht rapport, angstig omdat je je taak niet aankan, je hebt zorgen om je kinderen en je kleinkinderen, onzekerheid over de toekomst van je huwelijk, verdrietig omwille van een ruzie, ontgoocheld omwille van een verbroken vriendschap. De steen van het coronavirus treft de zwakkeren en ontregelt het sociaal en economisch leven, hier bij ons, maar ook wereldwijd.

Zware stenen drukken soms op ons gemoed: een ongeneeslijke ziekte, een karakterfout, een verbittering, het gevoel van schuld, zich eenzaam voelen, het verlies van een dierbare. Zij liggen soms zwaar op ons, als stenen op een graf.

Figuurlijk gesproken zijn er ook kerkhoven in onszelf en op die grafstenen lezen wij: "Ik ben ontgoocheld, ik heb geen moed meer, ik twijfel, ik ben angstig."

"Wie kan er voor ons de steen van het graf wegrollen?" vroegen de vrouwen zich af op die eerste paasmorgen, toen zij naar het graf van Jezus gingen om het lijk te balsemen. Dit vragen vele mensen zich af, voor wie het leven meer last dan vreugde, meer twijfel dan hoop is.

Bij het graf van Jezus aangekomen zagen de vrouwen dat de steen was weggerold, al was hij zeer groot. Zij ontvingen toen het blijde nieuws: "Jullie zoeken Jezus van Nazareth, de gekruisigde. Hij is niet hier. Hij is verrezen.

Daar begint Pasen. Omdat Jezus leeft mogen ook wij herademen. Maar dat gebeurt niet in een handomdraai. Ook niet bij de vrouwen op weg naar het graf. Bij het graf hebben zij geen paasliederen gezongen. Ze zijn geschrokken, waren bang en het heeft een hele tijd geduurd voordat het bij hen werkelijk Pasen werd. Pasen is geen toveroord. Het is een weg, een weg die lang kan duren, soms een leven lang.

De vrouwen zetten voor ons de eerste stap. Zij blijven niet voor het graf staan, zij gaan het graf binnen. Wie Pasen wil ervaren, moet bereid zijn in het graf van zijn leven binnen te treden.

Leven begint, waar ik fouten kan toegeven en zwakheden kan aanvaarden. Leven begint, waar ik mijn goesting aan de kant kan zetten om anderen gelukkig te maken. Leven begint, waar ik kan toegeven dat het goede sterker is dan het kwade.

Dit te aanvaarden is een tweede stap. Wij moeten in het graf van ons leven binnentreden om opstanding te ervaren. Pasen richt onze blik voorwaarts over het graf heen.
"Hij gaat u voor naar Galilea, daar zul je Hem zien."

Hoeveel stenen in ons leven wegen ons zwaar? Die mens heeft mij één keer bedrogen, nu is het voorgoed uit! Ik heb één keer geprobeerd, geen tweede keer meer.

Welnu Pasen doorbreekt dit spel. Opstanding betekent opstand tegen alle hindernissen, die het leven begrenzen of vernietigen. Opstand tegen alle onrecht.

Op het einde van de paasmorgen staat niet het graf van Jezus centraal, maar de uitnodiging om naar Galilea te gaan, om daar de Verrezene te ontmoeten.

Galilea is meer dan een streeknaam, maar is het land van het leven, het land van de hoop, waar Jezus woorden van vrede en verzoening sprak, waar Hij zieken genas, zondaars vergiffenis schonk, waar Hij met zijn apostelen heeft gegeten en hun nieuwe moed gaf om hun netten uit te werpen, rechts van de boot.

Met Pasen heeft Jezus de mogelijkheid geschapen om uit het graf weg te trekken naar de volheid van het leven.

Zeker, stenen kunnen het leven lastig maken, maar sinds Pasen niet meer, want Hij is verrezen en wij met Hem. Mochten wij dit allen dieper ervaren.

Dit jaar zullen wij Pasen noodgedwongen thuis moeten vieren. Geen viering in de kerk, zelfs geen kleinkinderen op bezoek bij oma of opa voor de paaseitjes. Het wordt een paasfeest in mineur, net zoals bij de verrijzenis van Jezus slechts enkelen aanwezig waren. Wij worden uitgenodigd met elkander verbonden te blijven in de strijd tegen het coronavirus, met grote waardering en dankbaarheid tegenover dokters, verpleegkundigen en technici voor hun onvoorwaardelijke inzet. Laten wij mekaar steunen door ons gebed, een telefoontje, een sms'je of skypen.

Een zalig paasfeest en een zalige paastijd.

Willy Verplancke