Babel - Pinksteren: een goddelijke les over samenleven 9 juni 2020


Ze waren geen klein beetje verrast, de vrome Joden uit alle volken op aarde die de apostelen op Pinksterochtend in verschillende talen hoorden spreken (Handelingen 2: 5-6, 13). Het leek wel een simultaanvertaling avant la lettre. Sommigen dachten dat de apostelen dronken waren. Toch zal de ervaring van die dag bij velen een belletje hebben doen rinkelen. Als vrome Joden kenden ze het verhaal van de Babelse spraakverwarring in het boek Genesis. 'Ooit spraken alle mensen op aarde één taal' (Gen 11: 1-11). Een technische vooruitgang - de kunst om stenen te bakken - bracht hun later het hoofd op hol. Ze startten een megalomaan project: de bouw van een toren die tot in de hemel zou reiken. 'Daarmee maken we ons een naam' (Gen 11: 4). Een naam? Groot worden en beroemd! Ten koste van wie? God doorzag hun plannen en bracht verwarring (babel in het Hebreeuws) in hun taal, zodat ze elkaar niet meer verstonden en in alle richtingen zijn verstrooid.

Vroegchristelijke schrijvers hebben de Babelse spraakverwarring als een negatief tegenbeeld van Pinksteren geïnterpreteerd. Wilde God met Pinksteren dan een einde maken aan de veelheid van talen en culturen? Zeker niet. God wil dat de mensen elkaar 'verstaan' en niet reduceren tot hun taal, huidskleur, afkomst of economisch nut. Volgens een joodse commentaar uit de middeleeuwen deden de torenbouwers van Babel dat wel. 'Wanneer een werkman van de stelling viel, schonken ze daar geen aandacht aan. Maar viel er een baksteen naar beneden dan begonnen ze te weeklagen: hoelang duurt het voor er een nieuwe steen hierboven aankomt!'

In zijn boek Leven met verschil (2002) geeft de Britse opperrabbijn Jonathan Sacks een positieve duiding aan het verhaal van de spraakverwarring. God bevestigt daarmee de waardigheid van verschil en diversiteit. Het eenheidsstreven van mensen maakt altijd weer slachtoffers en vertoont vaak totalitaire en gewelddadige trekken. Nog altijd zijn er gezagsdragers en belangengroepen die zich een naam willen maken en daarbij vergeten dat ieder mens een naam hééft die respect verdient. Dat gaf de menigte in Minneapolis te kennen die bij een manifestatie tegen dodelijk politieoptreden minutenlang scandeerde 'Say his name! George Floyd! Say his name! Georges Floyd!...' Ook de duizenden Covid-19-doden die dagelijks worden opgelijst, zijn één voor één individuele vrouwen en mannen met elk een eigen naam. Zo willen ze ook door familie en vrienden herinnerd worden.

Th. C. Madder