Een open brief: Opnieuw Kerkzijn in de huiselijke kring 15 november 2020

Jezus zei: 'Waar twee of drie vergaderd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden'. Jezus zei eveneens: 'Doe dit tot mijn gedachtenis'.

In het licht van deze twee woorden kan ik midden deze corona-tijd zijn Tegenwoordigheid elke morgen nieuw ervaren. Laat ons onderling één zijn in zijn Naam.

'Ook al ben je alleen', zeiden de woestijnvaders uit de vierde eeuw, 'dan nog kan je 'één zijn in zijn Naam'. Verenig in jou de twee: 'lichaam en ziel', of nog de drie: 'geest, ziel en lichaam', en roep Hem dan aan, bij zijn Naam: 'Jezus! Zoon van God! Heer Jezus Christus, ontferm u over ons'. Dan biedt Hij zich aan en is Hij aanwezig, verzoenend. In de nieuwe Katechismus van de Katholieke Kerk (KKK) ontdekte ik onlangs in het hoofdstuk over het huwelijk een laatste paragraaf gewijd aan de Ecclesia domestica, 'de huiselijke kerk'! Het gehuwde koppel vormt op zich reeds volledig 'de Kerk'. Daarbij wordt verwezen naar de priesterlijke waardigheid die elke gedoopte bij zijn of haar doopsel ontvangt. Laten we dit opnieuw, of wellicht voor het eerst, ten volle beseffen.

Neem dan wat brood, herinner je zijn gebaar, breek, in alle stilte, het brood in gedachtenis aan Hem, aan zijn overgave tot in de dood, aan zijn liefde die alles vergeeft. Beschouw het gebroken brood in het bord en dank God voor Jezus' liefde tot het uiterste toe. Neem dan en eet hiervan en deel in zijn liefde. Blijf in stilte God danken, zegenen, vieren. De Gave Gods is in ons midden. Je hebt gedaan wat Hij gezegd heeft dat we in zijn naam als hernieuwde gedachtenis uitgenodigd worden te doen. Verblijf in die geest en weet je vereend met Hem, de hele dag.

Sommigen zullen zich vragen stellen: mag dat? Kan dat? Hoe zit dat theologisch in elkaar? Welnu de Corona-crisis maakt dat we dingen herontdekken. We zijn door ons doopsel allen vrouw- en manpriesters. Het gebaar van 'het gebroken brood in één of ander huis' staat opgetekend als een gewoonte van de eerste Kerk, in het tweede hoofdstuk van de geschiedenis van de Kerk, de Handelingen van de Apostelen (Hand 2,42v.). We moeten wel vaststellen dat men ons op die manier niet heeft leren bidden. Daarin zijn we onvoldoende traditiegetrouw geweest. Wat is er voor nodig om dit te doen? Het geloof in Jezus' Naam. De herinnering aan zijn gebaar. De eensgezindheid, persoonlijk en onder personen, in de kleinste kring eerst: 'Twee of drie vergaderd in mijn Naam'. Wat is daarbij uit den boze? Ruzie, ongelijkheid, onrechtvaardigheid, bitsige woorden, opdringerigheid, machtswellust...

Op je telefoon kun je 'de lezingen van de dag' opvragen. Je kunt daarmee beginnen. Hou één woord over. Herhaal het tot je het van buiten kent. Stel je even de vraag: 'Wat zegt God mij nu, doorheen deze tekst?' Weet je verbonden met de hele wereld want diezelfde 'lezingen van de dag' worden vandaag in Vietnam en in Chili voorgelezen, in Congo en in Canada. Ook in de eenzaamheid ben je stevig kerkelijk verankerd dankzij Gods Woord en door het testamentair gebaar te stellen van Jezus. De crisis doet ons groeien. Groeien gebeurt onder meer door je wortels indachtig te zijn. Hoe dieper de wortels in de grote Traditie steken, hoe breder jouw kruin als vanzelf zal uitgroeien.

Drink aan de Bron, heb vertrouwen, voed jouw hoop, blijf wandelen in de liefde.

Gods zegen over elk van jullie. Vrede in Jezus' lieve Naam,

br Benoît Standaert osb, 29 oktober 2020