De (on)vrede des Heren zij met u... 18 december 2020
Overweging bij Jesaja 5,1-7 en Filippenzen 4,4-9

Lezingen
Het lied van de wijgaard
Ik wil zingen van mijn vriend, het lied van mijn vriend en zijn wijngaard. Mijn vriend had een wijngaard op een vruchtbare helling. Hij spitte hem om, verwijderde de stenen, en beplantte hem met edelwingerd. Hij bouwde er een wachttoren en kapte er ook een wijnpers uit. Nu verwachtte hij dat hij druiven zou dragen, maar hij bracht slechts wilde bessen voort. Welnu, bewoners van Jeruzalem, mannen van Juda, doet uitspraak tussen Mij en mijn wijngaard. Wat kon Ik nog voor mijn wijngaard doen dat Ik niet heb gedaan? Waarom bracht hij slechts wilde bessen voort, waar Ik verwachtte dat hij druiven zou dragen? Welnu, Ik zal u vertellen wat Ik met mijn wijngaard ga doen. Zijn omheining neem Ik weg, zodat hij kaal wordt gevreten; zijn muren verniel Ik, zodat hij vertrapt wordt. Een wildernis maak Ik ervan, hij wordt gesnoeid noch gewied, distels en doornen groeien er hoog, en de wolken verbied Ik hem met regen te besproeien. Ja, de wijngaard van Jahwe van de machten is Israëls huis, zijn bevoorrechte planten zijn de mensen van Juda. Hij hoopte op recht maar Hij zag onrecht, Hij zag geen betrachting van recht, maar verkrachting van recht.
Jes.5,1-7

"Verheugt u in de Heer te allen tijde. Nog eens: verheugt u! Uw vriendelijkheid moet bij alle mensen bekend zijn. De Heer is nabij. Weest onbezorgd. Laat al uw wensen bij God bekend worden in gebed en smeking, en nooit zonder dankzegging. En de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus. Tenslotte, broeders, houdt uw aandacht gevestigd op al wat waar is, al wat edel is, wat rechtvaardig is en rein, beminnelijk en aantrekkelijk, op al wat deugd heet en lof verdient. En brengt in praktijk wat u geleerd is en overgeleverd, en wat gij van mij hebt gehoord en gezien. Dan zal de God van vrede met u zijn.
Fil. 4,4-9

Overweging
Beste vrienden,

Hebben jullie dat ook? Bij de vredeswens. Dat dilemma. Wat kunnen we als christenen elkaar nu het best toewensen: de vrede of de onvrede van de Heer?

Want er bestaat een comfortabele vrede - nauwelijks de naam waardig - die synoniem is van een berustende tevredenheid, een 'de kop in het zand'- vrede, de verleiding van het je m'en fou-tisme, wanneer een hooggestemde idealisme plaats moet maken voor de ontnuchtering dat de wereld zich niet zomaar naar onze hand laat zetten.

Tegelijkertijd bestaat er evengoed een onvrede die aan ons knaagt en vreet, die ons uitput en wegloopt met onze positieve energie, die ons doet uithalen naar wie in onze omgeving vertoeft en ons doet terugplooien op onszelf met onze gefrustreerde verwachtingen omtrent de politiek, de kerk, onze partner, de kinderen, ons werk, of wie weet zelfs onszelf.

Bij Jesaja, in het lied van de wijngaard lijkt het aanvankelijk allemaal peis en vree. Met zwier bezingt de ik-figuur hoe een zogenaamde dierbare vriend zijn wijngaard aanlegt op een vruchtbare helling: spitten, stenen verwijderen, beplanten, bouwen en kappen. Tot de ontgoocheling over het resultaat van de ogenschijnlijk moeiteloos geleverde inspanningen toeslaat en zorgt voor een abrupte ommekeer. De edele wingerd blijkt slechts wilde bessen voort te brengen. Het oorspronkelijke enthousiasme slaat om in ongenoegen, bitterheid en toorn. De ik-persoon legt zijn 'vriendelijke' vermomming af en haalt meedogenloos uit: 'Ik zal u vertellen wat Ik met mijn wijngaard ga doen. Zijn omheining haal Ik weg, zodat hij kaal wordt gevreten; zijn muren verniel ik, zodat hij wordt vertrapt. Een wildernis maak ik ervan, hij wordt niet gesnoeid of gewied. Distels en doornen groeien er hoog, en de wolken verbied Ik om hem met regen te besproeien (Jes. 5,-6).

Zal de Heer van de wijngaard, want Hij is het wel degelijk, zijn dreigementen uitvoeren?...

De profeten in het eerste testament zijn duidelijk: er is geen rust of echte vrede voor het huis van Israël zonder gerechtigheid: 'Wee degene die huis na huis opkoopt, die akker bij akker trekt tot er geen plaats meer overblijft, en alleen hij nog bezittingen heeft in het land.' (Jes. 5,8) En er is geen genade zonder ommekeer.

Maar welke vrede kunnen we elkaar dan wel toewensen in deze onvolmaakte wereld, vol ongerechtigheid? Wat brengt er in ons hart een 'heilzame' vrede, die niet leidt tot berusting, maar die ons integendeel sterkt in weerbaarheid? Een vrede die ons leidt voorbij de klippen van resignatie en frustratie.


In de tweede lezing van deze zondag zet Paulus ons zijn brief aan de Filippenzen alvast op het goede spoor:

"Verheug u ten alle tijde in de Heer. De Heer is nabij. Wees niet bezorgd, maar laat al uw wensen bij God bekend worden door te bidden en te smeken en door een dankgebed te zeggen. En de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw hart en uw gedachten bewaren in Christus Jezus. .../... Blijf aandacht besteden aan al wat waar en edel is, rechtvaardig en rein, beminnelijk en aantrekkelijk, aan al wat deugd heet en lof verdient. Breng in de praktijk wat u geleerd en overgeleverd is. Dan zal de God van vrede met u zijn."

Er is ook een gebed dat vaak wordt toegeschreven aan Franciscus van Assisi, maar dat op een historisch meer aantoonbare manier kan worden verbonden met de geëngageerde en invloedrijke Amerikaans - protestantse theoloog Reinhold Niebuhr (1892-1971). Het is bekend onder de naam 'Serenity prayer' en het verwoordt precies de grondhouding die kan leiden tot wat ik bedoel met een 'heilzame vrede':

God,
geef me de kalmte en de helderheid om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen,
de moed om de dingen te veranderen die ik kan,
en de wijsheid om het onderscheid te kunnen maken.

Deze vrede van godswege zij met jullie allen.

Jan De Vriese, De Lier, 4 oktober 2020