Alle Heiligen

Dit is een deel van de Homilie in de viering van 1 november 2010.

Heiligen, alle heiligen, het hoogfeest van vandaag, voor die menigte die niemand tellen kan. Armen van geest, de geweldlozen, de eeuwige machteloze overlevers, zij die snakken naar gerechtigheid die zo ver weg lijkt, zij die spreken met hun hart en dat hart zuiver willen bewaren in een dreigende wereld, zij die vrede zoeken en bewerken waar concurrentie en tweedracht de gebruikelijke strategie is. Zij, mensen van goede wil, die naïef in Jezus' droom geloven, in een droom van geluk, vrede en gerechtigheid voor allen.
In deze mensen, in u en ik, is er toekomst. Toekomst voor deze gemeenschap, toekomst voor de kerken.

De meesten komen nooit in krant of in een heiligenkalender, maar op een gegeven moment, een heilig ogenblik, herinner je je deze mensen en je weet: bij hen ben je veilig, bij hen ben je gelukkig geweest. Neen, mensen hebben niet voor niets geleefd.
"L'enfer c'est les autres", zei Jean-Paul Sartre.
Neen, "de hemel dat zijn de anderen". Dat maakt mensen tot kinderen van God.
In elk van ons leeft een heilige.
Ieder draagt de kiem van een heilige als een graankorrel in de goede grond van ons hart.
Zeer zeker zal ieder van ons zeggen "Och ik ben niet heilig, je kent me niet, ik ben een arme zondaar."

En toch: "al is het kwade in je rood als scharlaken, zegt de Heer, ik maak het wit als sneeuw."
Het heilige sluimert in ons hart. Wanneer we mensen tegenkomen waar de mildheid, de barmhartigheid, de zachtheid van afstralen is er diep in ons de gedachte: "Ach was ik maar zo, ik zou graag zo'n barmhartig hart hebben". Dit is het heilige dat in ons spreekt.
Ons beste ik, dat van God komt. We moeten dit heilige volop in ons laten spreken en zeggen aan God - aan de mensen - aan mezelf: "Ik ben zwak en kwetsbaar. Kijk me aan, neem me, koester me, dragend."
Heiligheid zit diep in ieder van ons.