Homilie tv-mis 24 april 2022
Herbekijk de volledige viering op VRT NU


Ken je ze? Die mensen die samenvallen met hun professionele identiteit? Die maar één gespreksonderwerp lijken te hebben? Die echt overal hun werkcontext moeten bij sleuren? Die bijzonder in hun sas zijn als ze je om de oren kunnen slaan met feiten en fabels over hun job? Ken je ze? Een ergerlijke soort hè.
Bij de voorbereiding van deze viering heb ik tot mijn scha en schande moeten vaststellen dat ik zelf tot die groep behoor. Toen ik de Schriftlezingen van vandaag doornam, waande ik me op mijn werk. Dat werk is het Universitair Psychiatrisch Centrum van Duffel, waar ik als pastor samen met mijn twee collega's de dienst Spirituele Zorg bevolk.
In de lezing uit het boek Handelingen is de verwijzing naar Duffel misschien nog het minst uitgesproken. Maar toch...

ze brachten zieken mee en mensen
die te lijden hadden van onreine geesten,
en allen werden genezen.

De mensen die bij ons in het ziekenhuis zijn opgenomen hebben inderdaad te lijden onder een vertroebelde geest. Kopzorgen met een grote K. Ze hopen vaak niet meer op genezing; wel op herstel.
De lezing uit de Apocalyps kon dan weer zo zijn opgetekend op een psychose-afdeling. Het beeld dat Johannes schetst, flirt duidelijk met de grenzen van de realiteit.

In zijn rechterhand had Hij zeven sterren,
uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard,
en zijn gelaat schitterde als de zon in haar kracht.

Niet meteen de beschrijving van een toevallige ontmoeting bij de bakker op zondag. En ook het evangelie lijkt uit datzelfde vaatje te tappen. Een psychose wordt wel vaker gekenmerkt door toegenomen achterdocht, angst en waanvoorstellingen. Laten die ingrediënten nu net ook in het evangelie zitten. De leerlingen zijn bang voor de buitenwereld en hebben zich samen in een huis opgesloten. Opeens staat Jezus in hun midden. Ondanks het feit dat de deur op slot was. En nog straffer, ondanks het feit dat ze zelf nog maar net getuige waren van zijn dood.
Maar Schriftlezingen hebben natuurlijk weinig van doen met psychiatrische diagnostiek. En dus is dat niet de bril die we nodig hebben om naar deze teksten te kijken.

Misschien biedt de liturgische kalender meer soelaas. Naar analogie met de voorbereidende veertigdagentijd vóór Pasen, zitten we nu in de vijftigdagentijd tussen Pasen en Pinksteren. Een lange, feestelijke periode om dat heuglijke, maar o zo taaie begrip 'verrijzenis' te verkennen, te duiden en te bevroeden. In het fragment uit het Johannes-evangelie dat we daarnet hoorden, krijgen we al een voorsmaakje van Pinksteren.
De initiële situatieschets is duidelijk. Na de kruisdood van Jezus zitten de leerlingen in zak en as. Ze zijn ontgoocheld en ontzettend bang. Misschien is ook hun leven in gevaar? Misschien zal hun loyauteit ten aanzien van Jezus hen nog duur komen te staan? En dus hebben ze zich opgesloten, in zichzelf, achter dikke muren en gesloten deuren, in een vals gevoel van veiligheid. Het is vandaag dag op dag 2 maanden geleden dat de oorlog tussen Rusland en Oekraïne uitbrak. Hoeveel mensen, die ongewild in dit conflict betrokken raakten, zullen die verstikkende doodsangst herkennen? De diepe wanhoop. Dat snakken naar een veilige plek. Dat reikhalzend uitzien naar vrede.

In zo'n context van beklemming en uitzichtloosheid wordt Thomas opgevoerd. Didymus. De tweeling. De tweeslachtige. Twee voor de prijs van één. Diegene die ieder jaar op Beloken Pasen als een broer naast ons komt staan. Maar die toch vooral de man blijft die voor de rest van de geschiedenis verder moet met 'de ongelovige' als epitheton ornans. 'De andersdenkende' ware misschien een kwalificatie geweest die hem meer recht zou doen. Want anders dan de andere leerlingen was Thomas niet in huis op het moment dat Jezus aan hen verschijnt. Hij liet zich blijkbaar minder door angst dicteren en voelde minder de noodzaak om zich op te sluiten. Thomas is geen bangerik, wel een realist. Een anders-denkende. Bijzonder op zijn hoede voor fake-news. Een Tweet of een Instagram-berichtje volstaan niet om mee te gaan in een mooi verhaal. Wanneer de andere apostelen beweren dat ze Jezus hebben gezien, wil hij de geloofwaardigheid van hun onwaarschijnlijke wedervaren kunnen aftoetsen. En het bijzondere is dat hij dat niet zelf kan forceren. Hij moet wachten. Geduld oefenen. Tot Jezus zelf het initiatief neemt en Thomas de kans geeft te voelen en aan te raken. Geloof dwing je niet af. Het vraagt tijd. Openheid. Onverwachte kansen. Bonne chance.

Maar ook durf. Om kwetsuren aan te raken. We zijn dat misschien wat kwijt gespeeld de afgelopen twee jaren. Dat raken en geraakt worden. Covid heeft ons zo doen inzetten op verstand in plaats van buikgevoel. Op afstand en hygiëne. Op voorzichtigheid en verantwoordelijkheid. We moeten ons de durf terug eigen maken, de durf om mensen nabij te zijn en hun kwetsuren aan te raken. Hun eenzaamheid. Hun onverschilligheid. Hun onvermogen. Hun hemeltergende kleine kantjes en verdomd scherpe randjes.
Wij zijn mensen op de tast. Letterlijk en figuurlijk.

Ook daarin leren we Thomas kennen als de andersdenkende. Hij laat zich niet ontmoedigen of desillusioneren door zinloos leed. Integendeel, het doet iets kantelen bij hem. Hij kan maar geloven in opstanding en in nieuwe levenskansen, als de pijn niet onder de mat wordt geschoven. Als het verdriet en de verwondingen ernstig worden genomen. Alleen door de gekwetste mens te zien en te verzorgen, kan er voorzichtig sprake zijn van verrijzenis.

Simpel is dat niet. Een beetje rugwind is wel welkom. Bezieling of begeestering. Ik zei al dat de evangelielezing vandaag een soort van amuse-bouche is voor de plat de résistance van Pinksteren. De leerlingen worden door Jezus uit hun tent en uit hun beslotenheid gelokt. Hij zendt hen de wereld in. Tot drie keer toe zegt hij hun de vrede toe. Want echte vrede is een poces van lange adem. Misschien dat Hij daarom ook over hen blaast. Om hen die lange goddelijke adem te wensen. Net zoals God de pas geboetseerde mens de levensadem in de neus blies. Jezus schenkt zijn leerlingen de H. Geest en blaast hen opnieuw tot leven. Misschien moet je daarbij even abstractie proberen te maken van alle geleverde covid-inspanningen van de voorbije maanden. Want dat Pinkster-voorproefje zal zich allicht zonder mondmasker voltrokken hebben. Dat is bij ons in het psychiatrisch ziekenhuis gelukkig anders. Daar worden patiënten ook aangemoedigd tot nieuw leven, of op z'n minst tot andere fasen en nieuwe kansen in dat leven. Maar in de zorg gebeurt dat tot nader orde wel mét mondmasker. En zo zijn we terug bij af. Bij die vervelende mensen die altijd de aandrang voelen om over hun werk te spreken.

Het zij zo. Ainsi soit-il. Amen.

Goedele Miseur