Homilie viering, 1e adventszondag B, 3 december 2017
Wees een van geest en een van gevoelen (1 Kor. 1, 10)

We zijn de 1ste zondag van de advent.
Op weg naar Kerstmis, het feest van het licht, het feest van de geboorte van Christus. Dit liturgisch jaar staat als 2de lezing het begin van de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs. Dus 2000 jaar geleden - Paulus zit in wat nu Turkije is - hij heeft het moeilijk met de verscheidenheid van groepen die ontstaan.
In vers 10 staat 'mannen en vrouwen: laat er geen verdeeldheid zijn onder u, wees een van geest en een van gevoelen'.

Nu 2000 jaar later.
Ik kom naar hier met tram 3.
Wat zie ik?
- Op de Romeinse steenweg gaan de Mormonen hun kerk binnen. Ze zijn met velen.
- Tijdens mijn tramrit stappen overal mooi, feestelijk uitgedoste zwarten op (een plezier voor het oog). Zij zijn op weg naar hun kerken.
- Ook Polen (en mensen van Oost-Europese afkomst) stappen op. Je herkent de kinderen aan de kantjes en frulletjes van hun kledij (een beetje zoals wij vroeger als kind gekleed waren).
- Ik rij langs de achtertuin van de koning tot aan Mabru: daar stappen vooral mannen de grote tweedehandsmarkt binnen of al buiten. Ik vermoed dat ze vooral van Arabische en Oostblok origine zijn, ik zie ook veel Afrikanen. Ik voel een gans andere sfeer. Ze zijn begerig op zoek naar interessante koopjes. Ze stappen dan op mijn tram met fietsen, pc's, valiezen, keukentoestellen, ... je kan het je niet voorstellen.
- Ik rij verder, en zie - bijna aan het Noordstation, in een rijhuis - mensen die binnengaan in een Orthodoxe kerk.

Al die kerkmensen zijn mooi, verzorgd gekleed en hun kinderen gedragen zich gedisciplineerd. Ze stralen allen iets uit van waardigheid.

Ik denk dan steeds: wij hebben allen dezelfde bron van waaruit wij samenkomen, nl. de bijbel.
En dan vraag ik me af:
- Welke teksten van de bijbel gebruiken ze?
- Welke van het O.T. en welke van het N.T.?
- En hoe worden die teksten geïnterpreteerd? Wat doen ze ermee?
- Heeft de voorganger of begeleider een machtspositie? Durven zij al in vraagvorm denken en spreken?
- Wat is bij elk van die groepen de taak van de vrouw?
- En zijn ze op zoek naar een rustpunt, een plek van 'ik mag er zijn', een plek van troost en heling, een plaats van verbinding, een stuk van hun identiteit? Ik hoop het.
- Maar zou er van hun samenzijn ook een emancipatorische kracht kunnen uit gaan?
- En leeft er ook een concrete bezorgdheid voor de wereld buiten hun groep, voor de stad, de wereld?
- Kan wat op zondagochtend hier overal in de Brusselse kerken, garages, zalen, huizen... gebeurt, nog bruikbaar, nog richtinggevend zijn voor de wereld nu?

Elke zondag opnieuw - al rijdend op tram 3 - denk ik:
- met alleen de verschillen te benadrukken geraakt niemand verder;
- maar ik hoop dan dat we allen, in alle bescheidenheid en verscheidenheid en ook samen met de Moslims en de Boeddhisten spirituele ankerpunten mogen worden die vroeg of laat betrokken kunnen worden in een ruimer project van sociale cohesie!