Homilie viering, 17 december 2017

Beste broeders en zusters,

Het evangelie vandaag zijn twee korte passages uit het begin van het Johannes-evangelie die zijn samengevoegd. Matteüs en Lucas beginnen hun evangelie met het geboorteverhaal van Jezus. Johannes doet dat niet. Net zoals Marcus, begint hij met een stem die roept in de woestijn; de stem van Johannes de Doper. De evangelist leert ons dat Johannes de Doper een gezondene is van God, die gekomen is om te getuigen van het Licht, 'het ware Licht, dat in de wereld is gekomen om iedere mens te verlichten'. Het mag dus niet verwonderen dat Johannes de Doper in de liturgie een plaats krijgt naast Maria als één van de grote figuren van de Advent. In het evangelie van Lucas, Mattheus en Marcus leren we Johannes De Doper kennen als de grote prediker van de bekering. Johannes introduceert hem als de eerste officiële getuige van de Messias: de grote redder en verlosser waarnaar het joodse volk uitkeek. Johannes de Doper is daarmee een scharnierfiguur tussen Oud en Nieuw Testament, tussen verwachting en vervulling.

Johannes De Doper zegt over Jezus: 'Onder u staat Hij die gij niet kent, Hij die na mij komt; ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken'. Wij, christenen, kennen Jezus wel; we noemen ons Zijn volgelingen en we geloven dat Hij inderdaad het ware licht is. Maar toch blijven we, net als Johannes De Doper, in het spanningsveld staan tussen verwachting en vervulling. Het volstaat de krant open te slaan of naar het nieuws te kijken om te beseffen dat het niet goed gaat met de wereld: oorlogen, etnische conflicten, grootschalige corruptie, de migratiecrisis, de groeiende kloof tussen rijk en arm, de ecologische crisis, enz. En toch zegt Jezus: 'Het Rijk van God is midden onder u'. In alle tekenen van liefde, vriendschap, vrede, rechtvaardigheid, aandacht, genezing, vergeving, breekt het Rijk van God nu al door. Maar de spanning gaat nooit weg en het is geen comfortabele spanning. De verleiding is soms groot om toe te geven aan de wanhoop, om de handdoek in de ring te gooien.

De liturgie van vandaag geeft twee concrete richtlijnen om met die spanning tussen verwachting en vervulling om te gaan.

De eerste lezing roept ons op om zelf mee te werken aan de vervulling van Gods Rijk. Jesaja richt zich tot mensen in een uitzichtloze situatie: het volk Israël bevindt zich in ballingschap in een vreemd land en lijdt onder armoede, onderdrukking en onrecht. Maar de profeet brengt een vreugdevolle boodschap: God trekt zich het lot aan van zijn volk en hij zal genezing en bevrijding brengen. Maar God rekent daarvoor op ons; wij worden op pad gestuurd om -in de taal van Jesaja- gebroken harten te genezen en bevrijding te brengen. Paus Franciscus verwoordt het op een andere manier. De kerk, zegt hij, moet een veldhospitaal worden met als belangrijkste taak: wonden verzachten en harten verwarmen.

Ik werk bij Brussel Onthaal Open Deur. Dat is een tweetalige vzw in de Taborastraat met 3 missies: een religieus informatiecentrum, een eerstelijns sociale dienst en een onthaalplek in de stad waar mensen een luisterend oor kunnen vinden.
Onze sociale assistenten leveren fantastisch werk met een kwetsbaar publiek, maar wat er in onze kleine onthaalruimte gebeurt, is minstens even belangrijk. Het is ons veldhospitaaltje in het hartje van de stad, waar mensen vrij kunnen binnenwandelen als ze nood hebben aan een luisterend oor of een vriendelijk gezicht, om een glaasje water te vragen, om even in stilte te verpozen, om gebruik te maken van onze telefoon, enz. We proberen een plek te zijn waar iets van de barmhartigheid van God kan ervaren worden doorheen een gesprek of een gebaar. Johannes De Doper zou niet in aanmerking komen om vrijwilliger te worden bij ons. Niet dat we niet willen getuigen van het licht, of van de hoop die in ons leeft, maar liever niet door te roepen in de woestijn en al zeker niet door op te roepen tot bekering. Brussel Onthaal Open Deur is er voor iedereen: gelovige, andersgelovige, niet gelovige. We willen het gelaat zijn van een kerk die naar buiten treedt en ten dienste staat van mensen; vaak mensen die zoals het volk Israël ten tijde van de ballingschap in een uitzichtloze situatie zitten en lijden onder armoede en uitsluiting.

De tweede lezing geeft ons drie gouden tips om de spanning tussen verwachting en vervulling uit te houden. Paulus schrijft: 'Dankt God voor alles'. Dankbaarheid als grondhouding van een christen betekent aandachtig zijn voor alle momenten, klein of groot, waarop iets van het Rijk van God doorbreekt. Leven vanuit een dankbaar hart, werpt meteen ook een ander licht op onze duistere zones. Dankbaarheid zou daarom eigenlijk bovenaan op ieders todo-lijstje moeten staan.

De tweede tip is gebed: 'Bidt zonder ophouden'. Het gebed als grondhouding is je ten diepste verbonden weten met God. Dat kan op heel verschillende manieren en iedereen moet daar zijn eigen weg in zoeken. Het belangrijkste is dat je actieve leven beïnvloed wordt door die verbondenheid met God. Bij Brussel Onthaal Open Deur betekent dat bijvoorbeeld heel concreet dat je Gods gelaat probeert te herkennen in iedere persoon die je ontmoet.

De derde tip die we vinden bij Paulus is de vreugde: 'Wees altijd blij'. Dat lijkt de meest onrealistische eis ooit, maar in het licht van de vorige tips is dit paradoxaal genoeg de meest voor de hand liggende. Wie leeft vanuit dankbaarheid en zich daarbij ten diepste verbonden weet met God, die kan putten uit oneindige bronnen van vreugde. Geen oppervlakkige vreugde die we voor onszelf kunnen plukken, maar de vreugde van het evangelie die onze gemeenschap met God en met anderen versterkt.

In deze Adventstijd wens ik ons allen een dankbaar hart toe en een diepe verbondenheid met God. Zo kan het ware licht in ons groeien en ons hele leven verlichten.

Amen.

Edward Bekaert, Directeur 'Brussel Onthaal Open Deur'