Homilie viering, 20 oktober 2019
Daarom gaan we voor een herinrichting van de kerk

"Geheel schoon zijt gij, Maria, en er is geen vlek in u." In een grote boog stond het te lezen boven het hoogaltaar. Uren heb ik naar die letters gekeken. Geteld hoeveel klinkers erin voorkwamen. De E won met 8, gevolgd door de I, vijf exemplaren. "Geheel schoon zijt gij Maria, en er is geen vlek in u." Alle letters voorhanden om Miseur te vormen. Een D te weinig om er Goedele uit te halen. Nagedacht over gehele en halve schoonheid. Over de wezenskenmerken van vlekken. Moest het niet zijn 'en er is geen vlek óp u?'.

We schrijven ergens begin jaren '80, in de parochiekerk van Kontich-Kazerne, Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen.

In die Montfortanenkerk uit 1993 kreeg ik mijn eerste liturgische inzichten. Ik diende er de mis, zong er in het jeugdkoor en mijn gebedsleven was erg horizontaal georiënteerd, want ik keek veel rond. Om de vele verschillen op te merken met die andere kerken waar ik al wel eens kwam. De Sint-Martinuskerk in Tessenderlo. Demergotiek. De Sint-Amanduskerk in Denderleeuw. Dendergotiek. Kerken met beduidend meer geschiedenis en kunsthistorische waarde. Maar vreemd genoeg deelden ze allemaal een liefde voor de doorgeschoten Yucca of palmlelie, ergens in een plastieken bloempot in een hoek neergepoot. Of de ode aan het van kleur verschoten prikbord, met affiches en folders uit vervlogen tijden. En de nieuw samengestelde families van kerkmeubilair en heiligenbeelden. Een paar oorspronkelijke exemplaren in polychroom houtsnijwerk, aangevuld met gehavende gipsen versies of een aangespoelde exotische moeder Gods, door één of andere missiepater meegebracht.

Misschien interesseert dit u allemaal maar matig. Wel, ge moet voor mijn part niet eens doen alsof ge luistert. Ik zou u willen vragen om ook hier eens rond te kijken. Niet met de ogen van een habitué, maar met de frisse en gretige blik van een nieuwkomer. Dan ziet ge het ook hè. Hoe een geschiedenis van zondag na zondag zijn sporen heeft nagelaten. Hier een tafel, daar een lege sokkel, kaarsenstaanders van verschillende formaten, een prikbord, een paar echte liturgische kunstwerken - de Christus van Colruyt en de Elia van Zenz, een altaartafel op een verhoogske, houten stoelen en dan hier en daar een verloren exemplaar in rotan...

Natuurlijk hebben heel wat van die elementen hun charme. Natuurlijk vertellen ze iets over het leven van deze gemeenschap. En natuurlijk zién we ook zelfs een deel van de kakofonie niet meer. Omdat we zelf stuk voor stuk deel uitmaken van het meubilair. Maar ze zorgen voor ruis op de kern van deze liturgische plek. Want de oorspronkelijke barokke architectuur van onze kerk is zonder meer bijzonder. Er is niet alleen de historische knipoog de Gesù uit Rome en met uitbreiding naar het Italië van de 17de eeuw; maar het grondplan van de Bijstandskerk zuigt als het ware naar het midden. Het stimuleert ontmoeting, verticaal en transcendent met het hoogaltaar en de koepel. Maar ook horizontaal en immanent - de omarming van de cirkel en de zeshoek. En wij hebben dat met onze stoelenopstelling de voorbije jaren nog versterkt.

Wat ik vertel is niet nieuw. Ik voer u even mee terug naar 22 april 2017. Voor mij niet meteen de topdag van dat voorjaar - want die ochtend Pieter begraven, en onderweg naar Grimbergen gebotst met de auto. Maar heel wat mensen uit deze gemeenschap bezielden in de schaduw van de abdij van Grimbergen een parochiedenkdag - in goede banen geleid door Sofie Verscheure uit Brugge. Verschillende Bijstanders bogen zich over 2 vragen: 1. Wat is het handelsmerk van deze parochie? Waar zijn we sterk in en wat willen we meenemen naar de toekomst? En 2. Waar droom je van voor de toekomst? Wat ligt er aan uitdagingen, wat kan of moet er anders

Daar en toen werd er ook nagedacht over dit kerkgebouw. Hoe het een haven is voor de gemeenschap die er op zondag komt vieren, hoe het een baken is voor de buurt, een rustplaats voor vele passanten, een open huis voor thuislozen, een trekpleister voor toeristen, een ingetogen en warm welkom op zomerse vrijdagavonden, een halte op weg naar Compostela, een plek waar de regenboog mag kleuren als verbond aan de hemel, maar ook als symbool voor holebi's en transgenders, een ruimte om sacraal te dansen,...

De Grimbergendag van 2017 leerde dat we trots zijn op onze kerk. En dan misschien nog wel het meest op Gods geest die er waait en uit-waait. De denkers van toen brachten de kerk ter sprake in hun antwoorden op de 2 vragen. Een al-reeds en een nog-niet. In de theologie noemen ze dat de eschatologische spanning: er is nu al iets voel- en merkbaar van het rijk Gods en tezelfdertijd is het er nog niet ten volle; wel een belofte. De toekomst raakt het heden aan en vice versa. Dat klonk dus ook door - maar dan met een minder hoogdravend theologisch jargon - in het Grimbergendenken over deze kerk. Met dit gebouw, op deze plek in de stad willen we vandaag mee toekomst schrijven. Kernachtig, liefst zonder al te veel ruis op de boodschap.

En dus werd na die 22ste april een werkgroep 'kerkherinrichting' opgestart. Interieurarchitect Tom Callebaut werd onder de arm genomen. Er werd gezocht, gewroet, geprobeerd, geëxperimenteerd, maquettes gemaakt, gezucht, karton geplakt, gewacht, teruggestuurd, gemopperd, gevloekt, afgevoerd, en opnieuw gezocht, gewroet, geprobeerd, en na al die maanden ook gelukkig... gevonden.

Er ligt een voorstel op tafel, dat we de komende twee jaar graag gefaseerd zouden willen realiseren. Een complete hertekening van de kerk? Neen. Om twee redenen. 1. Dit is net zoals Dries een beschermd monument. Daar doet ge niet mee wat ge wilt. En 2. Deze kerk is af, en moet dus niks aan toegevoegd. De kern zit goed, die willen we vooral versterken.

Wat ligt er concreet voor?

We gaan warmte, kleur en afbakening brengen met een groot tapijt - geelgoud - in de vorm van de bij nader toezien schots en scheve regelmatige zeshoek van het grondplan.

Op dat tapijt komen de stoelen, maar de buitenzijde wordt gevormd door hoge banken. Die de gemeenschap omgeven en omarmen. Die voor mij het gevoel van barmhartigheid concretiseren. De verbondenheid benadrukken. Die doen denken aan de ommegangen in de oude pelgrimskerken. Die het centrum meer accent zullen geven.

In dat centrum, dat midden komt een nieuw altaar. In steen. Want op deze rots zult gij mijn kerk bouwen. Maar niet massief. In dunne, geschrankte bladen. Als een boek dat zich laat lezen, als een eeuwenoud verhaal waaraan wij verder schrijven. Maar vooral als een tafel waarrond we in Zijn naam het leven breken en delen.

Koor en kinderen zullen wisselen van plek. Op de plaats van het orgel komt een nieuwe kinderhoek. En het orgel verhuist weer naar z'n vertrouwde plaats, ingebouwd in een meubel waar ook het koor z'n plek zal hebben.

Bij het binnenkomen zullen aan weerszijden van de kerk twee nieuwe communicatiemeubelstukken hun opwachting maken. Als ge dat woord bij Scrabble kunt leggen, zijt ge garanti gewonnen. Communicatiemeubelstukken dus. Een stilteplek en een schrijfplek. Om intenties of losse gedachten neer te pennen. Om in stilte te verwijlen. Misschien leunen ze wel het meest aan bij een hedendaagse variant van een biechtstoel. Uiteindelijk waren dat ook communicatiemeubelen, bedoeld om te spreken met God. Alleen is dat gesprek de voorbije decennia gestokt. We willen proberen om het op een andere manier terug leven in te blazen. Maar dan open, en minder getekend door schuld en zonde.

Tegen de muren aan de straatkant zullen hogere kasten komen. Met een blad om te schrijven, en vooral veel ruimte eronder om stoelen en zangboeken proper weg te steken. Ook alle informatie in de vorm van folders en flyers moet een eenduidige en minder rommelige presentatie krijgen.

De grootste verandering is wellicht voor het portaal weggelegd. Er komt een grote glazen toegangsdeur, veel beter geïsoleerd dan de huidige. Zodat zomer en winter de openheid en toegankelijkheid van deze kerk zichtbaar en voelbaar is. Die architecturale ingreep zal het meeste geduld vragen, want daar zullen niet alleen Onze-Lieve-Heer en de gemeenschap hun zegen moeten geven, maar ook Monumenten en Landschappen. En die weten wat het betekent om te werken in het licht van de eeuwigheid.

Ik nodig u uit om na de viering naar de maquettes te kijken, om het u allemaal eventueel wat visueler te kunnen voorstellen.

Is dat allemaal wel nodig, hoor ik kritische stemmen denken of mompelen? Wat moet dat allemaal niet kosten? In een arme Brusselse wijk kunnen gelden toch anders ingezet worden? Een gemeenschap die van diaconie altijd haar speerpunt heeft gemaakt, zou toch beter kunnen investeren? En dan op de koop toe op een moment dat er in Brussel overal kerken gesloten worden? Waarom die zotte ingrepen, die begot begroot zijn op 200.000 euro? Gaan er daardoor meer mensen komen? Gaan wij met ons goudgeel tapijt de geloofscrisis keren? Gaan we zieltjes winnen met een godbetert 'communicatiemiddel'?

Neen. Dat gaan we niet. En dat mag en zal ook niet de inzet zijn.

Wat we wel willen doen is geloof uitdragen. Geloof in een rijke christelijke traditie, waarin wij een schakel zijn. Geloof in de toekomst van dat verhaal. Wij willen missionair zijn in deze seculiere grootstad. Wij willen vertellen aan wie hier binnenkomt, dat hier een levende gemeenschap samenkomt en inspiratie vindt. Dat ook in 2019 mensen overtuigd zijn van de boodschap die Jezus van Nazareth uitdroeg. Zo overtuigd dat ze er ook zijn naar gaan handelen. Ik wil en zal niet exhaustief zijn in de opsomming van diaconale projecten die van deze gemeenschap uitgegaan zijn: er is op de Sint-Jorissite jarenlang geïnvesteerd in een school, in zorgappartementen, in een vergaderruimte met keuken, er is geld gestoken in de Schelp, in het moedersproject in de Artesiërsstraat, in de directe armenzorg, in studentenstudio's, in een stiltetuin,... Bijstand en diaconie waren en zijn synoniemen. Maar Jacobus heeft het zo lang geleden al verteld: geloof en goede werken hebben elkaar nodig. Ze bevruchten elkaar. En ook dat doen we met deze kerkherinrichting. We laten zien dat de concrete plek waar we samenkomen om Gods woord en oproep te beluisteren, geen detail in de marge is. Ook liturgie en verkondiging behoren tot de kernopdrachten van de kerk.

In datzelfde jaar 2017 - van de Grimbergendag - vond in de Leuvense abdij Keizersberg een symposium plaats met de titel "Sterke plekken. Waar bidden de Kerk ruimte geeft." Ik ben ervan overtuigd dat de Bijstandskerk zo'n sterke plek is. Waar we niet alleen de Kerk ruimte geven, maar ook de samenleving.

Ik hoop dus, dat ik hier vandaag niet alleen moet staan met die overtuiging. Dat jullie mee willen stappen in een verhaal van morgen, en niet alleen van gisteren. Dat jullie mijn armen willen ondersteunen, net zoals de armen van Mozes uit de eerste lezing wat extra draagkracht kregen.

Ik ben in ieder geval blij dat ik liturgisch en parochiaal al die tijd bij Onze-Lieve-Vrouw mocht blijven. Van 'Onbevlekt ontvangen' naar 'Goede Bijstand' lijkt me een schoon beweging. En nog iets. Met de letters uit de naam van 'Onze Lieve Vrouw van Goede Bijstand' is het echt een makkie om Goedele te vormen. Blij dat dat recht gezet is. En er dus nu meer tijd overblijft om te bidden. Of om vol overtuiging het geloofslied te zingen.

Goedele Miseur