Missionariswerk in El Salvador: Roger Ponseele getuigt 29 mei 2020

Deze bijeenkomsten dateren van voor COVID-19.

Missionarissen zijn als apostelen die met Pinksteren begeesterd over Jezus vertellen en de Blijde Boodschap verspreiden.

Van zijn Gullegemse thuis kreeg Roger Ponseele de gevoeligheid voor sociale problemen mee. Zijn familie was sympathisant van kardinaal Cardijn en van de arbeidersbeweging.

R. Ponseele: Eerst gaf ik enkele jaren les in Torhout, maar zodra ik kon trok ik als priester in zending naar Latijns-Amerika, dat bedolven zat onder de sociale problemen. Ik koos voor El Salvador, het land van bisschop Romero.

Van 1970 tot 1980 werkte Roger in de omgeving van de hoofdstad San Salvador. De Kerk was er nogal traditioneel en legde de nadruk op volksreligie en sacramenten. Samen met priester Piet Declercq bewerkstelligde Roger resoluut de bevrijdingstheologie en hielp hij de bevolking opkomen voor hun rechten. Het kerkmodel waarvoor ze kozen benadrukte het belang van een gemeenschap vormen en de maatschappij ten goede beïnvloeden.

Activisme en repressie

In die periode begonnen de gemeenschappen dan ook te floreren en een aantal christenen van die basisgemeenschappen werden lid van een of andere volksorganisatie. Er werd gestreefd naar meer sociale rechten, maar tegelijk nam de repressie toe, ook tegen de Kerk.

We ontvingen doodsbedreigingen via de telefoon, werden bedreigd door leden van de repressieve politiekorpsen en uiteindelijk werd ons huis zelfs opgeblazen. Blijven in de hoofdstad San Salvador was geen optie meer.

En dus trekt Roger naar het landelijke departement Morazán om er guerillastrijders en de bevolking ter plaatse pastoraal te begeleiden. Ondanks het oorlogsgeweld van de meer dan 10 jaar durende burgeroorlog bleven de strijders en bevolking daar ter plaatse.

We wilden de legitieme strijd aanmoedigen, aanwezig zijn tijdens droevige momenten, waar mogelijk gemeenschap vormen en de hoop helpen bewaren.

Na de burgeroorlog

Toen de burgeroorlog in 1992 voorbij was bleef Roger in Morazán om de ex-guerillastrijders en de lokale bevolking verder pastoraal te begeleiden. Het gaat eerst en vooral om vorming tot authentieke christenen, zowel op spiritueel vlak als op vlak van sociale inzet. Daarnaast wordt er geijverd voor betere levenstoestanden en gewerkt aan verzoening.

R. Ponseele: Jongeren helpen we te vormen en laten we helpen in projectjes. We proberen hen ook te steunen via studiebeurzen. Ook moeders krijgen vorming, voor hen zijn er ook speciale vieringen zoals met de Internationale Vrouwendag. Er zijn Bijbelkringen voor iedereen die interesse heeft en samenkomsten met alle buurtbewoners, ongeacht religieuze of politieke voorkeur. In die samenkomsten onder buren bespreken we steevast hoe we jongeren kunnen beschermen tegen jongerenbendes. Maandelijks zijn er bovendien twee vergaderingen voor lokale projecten die we inleiden met een bezinning.

Op sociaal vlak leren we mensen omgaan met computers en geven we hen toegang tot bibliotheken, we leren hen musiceren, dansen of bloemenstukken maken...

Een nieuwe strijd

Nu de naweeën van de burgeroorlog min of meer onder controle zijn is er een nieuwe strijd, namelijk die tegen COVID-19. Waar Roger woont zijn de gevolgen van het virus nog miniem, maar op andere plaatsen en vooral in de hoofdstad neemt het aantal besmettingen en doden toe.

R. Ponseele: De jonge president, Bukele, heeft autoritaire trekken en legt strenge maatregelen op die zowel de economie als de mensenrechten in gevaar brengen.

Ook in Morazán - waar op dit ogenblik weinig risico is - zitten we al twee maanden in quarantaine. Enkel met de juiste documenten en voor hoogstnoodzakelijke redenen mogen we op straat komen.

Pastorale begeleiding is in deze omstandigheden uiterst moeilijk. Toch worden heel wat impulsen gegeven. Zo is er een verzamelmap over het coronavirus, met vragen en suggesties die families onderling kunnen bespreken. Het gaat er dan bijvoorbeeld over dat iedereen slachtoffer kan worden van het virus, ongeacht leeftijd, nationaliteit, ras en sociale positie. We moeten er samen door. Toont het coronavirus aan dat we te weinig aandacht besteden aan spiritualiteit of aan de natuur? Elke week krijgen de gelovigen de geschreven zondagshomilie. Tijdens de Goede Week keken gelovigen naar de diensten op televisie en kregen ze een gebed om persoonlijk te bidden.

Tal van initiatieven

R. Ponseele: Er worden ook tal van mooie initiatieven georganiseerd. Zo kweken inwoners van de wijk, waar Carmen Elena woont - een lid van ons pastoraal team, sinds kort samen groenten.

Het helpt om therapeutisch bezig te zijn en garandeert een deel van het voedsel. Ook doet één persoon in naam van iedereen de aankopen.

R. Ponseele: Op die manier zijn er minder mensen op straat en als het over een mooie hoeveelheid gaat is de prijs lager. Het zijn initiatieven die we ook in de andere gemeenschappen aanbevelen. Eind mei begint de zaaitijd van maïs en bruine bonen, het basisvoedsel hier. We zullen ervoor zorgen dat iedereen voldoende zaden heeft.

De communicatie gebeurt digitaal, maar niet iedereen beschikt over internet. Zelf is Roger intussen 81 jaar, pastoraal werk via de nieuwe media en zonder persoonlijk contact vindt hij heel moeilijk. De missionarissen en pastorale werkers kunnen gelukkig beroep doen op een Ier die gespecialiseerd is in digitale communicatie.

Bron: www.kerknet.be